Een transformatie van huisje-boompje-kantoortje naar een vrij en avontuurlijk leven
Welkom bij het eerste deel van de drieluik over mijn zelf gecreëerde avontuurlijke leven. Toen ik afgelopen week in mijn Instagram stories de vraag stelde of jullie het leuk zouden vinden het verhaal van mijn transformatie te lezen en hoe ik mijn avontuurlijke leven gecreëerd heb, kreeg ik een 100% ja score. Oftewel, het verhaal moest er komen.
Al bij het nadenken over wat er allemaal verteld moet worden, liep ik tegen twee dingen aan:
– Het is niet ‘even een verhaal’ maar een tijdlijn van bijna 40 jaar (waarvan de laatste 9 het belangrijkste)
– Moet ik het gaan vertellen in een podcast of gaan schrijven op deze blog?
Al snel kwam ik tot de conclusie dat dit verhaal niet in één artikel samen te vatten is en dat schrijven weer heel anders gaat zijn dan vertellen. Oftewel, ik heb besloten om beiden te doen. Niet alleen omdat ik op dit moment de tijd ervoor heb, maar ook omdat ik hiermee zo veel mogelijk vrouwen hoop te inspireren ook voor een avontuurlijk leven te kiezen. Ook al zit je net als ik 5 jaar geleden vast in een huisje-boompje-kantoortje situatie. Lees, luister en laat je inspireren.
Mocht je na het lezen van het artikel nog specifieke vragen hebben, stuur me gerust een bericht of laat een comment achter, ik beantwoord je vragen in deel 2.
De podcast luister je hier of via je favoriete podcast app:
Een niet zo avontuurlijk meisje
Ik werd in 1980 geboren, maar was vier weken te vroeg en kwam in de couveuse terecht. Of dit ermee te maken heeft gehad dat ik als kleine meid vrij vatbaar was voor vanalles weet ik niet, maar mijn gezondheid was in mijn jonge jaren alles behalve optimaal. Ik had zware astma, had nauwelijks adem en was zo broos dat mijn ouders met regelmaat dachten dat ik zou breken.
Toen ik vier jaar was namen ze mij mee naar de bergen, naar Oostenrijk om precies te zijn. Mijn moeder had me beloofd dat de bergen héél hoog zouden zijn en toen we aan kwamen schijn ik geroepen te hebben ‘nou … dat is ook niet hoog!’ Vanwege de schone berglucht leefde ik enorm op en werd ik ‘een normaal kind’. Ik ging weer eten, rende over bergpaadjes en kon weer ademen.
In de jaren die volgden gingen we met het gezin (inmiddels waren er ook een zusje en broertje bij gekomen) elk jaar op zomervakantie naar Oostenrijk met de auto, soms wel drie weken. Ondanks dat we altijd naar de bergen gingen, maakten we geen enorme bergtochten. Een uurtje of twee wandelen soms, maar dat was het dan ook wel.
Ook was ik niet bepaald sportief in die tijd. Mijn stijfheid zat aan mijn vaders kant en mijn angsten voor alles aan die van mijn moeder. Ik vond veel eng, niet leuk en stom. Het liefst was ik aan het knutselen of een boek aan het lezen. Mijn ouders zijn allebei ook niet sportief en avontuurlijk en dus kreeg ik dat van huis uit ook niet mee. Kamperen, grote wandeltochten maken en avonturen beleven werd me bepaald niet met de paplepel ingegoten.
Mijn wanderlust
Wat ik wel van huis uit heb meegekregen, was mijn ‘wanderlust.’ Mijn vader (die 52 was toen ik geboren werd) had als soldaat in Indië gezeten en was na zijn uitzending meermaals terug gereisd naar ‘de gordel van de smaragd.’ Omdat hij tot laat in zijn leven vrijgezel was, maakte hij prachtige reizen, vooral voor die tijd. Hij bezocht onder meer Kenia en Tanzania, ging naar Rusland en bezocht Thailand. Omdat reizen toen allesbehalve ‘normaal’ was, boekte hij zijn reizen bij een Duits reisbureau en vloog hij meestal vanuit Frankfurt. Simpelweg omdat het vanuit Nederland niet kon. Hij had dan ook altijd de mooiste verhalen. Zo zat hij een keer in een bar op Bali naast een Nederlandse actrice. Ze raakten aan de praat en ze vroeg hem ‘maar weet je dan niet wie ik ben?’ Het bleek Monique van de Ven te zijn.
Ook mijn oma (van moeders kant) ging vaak op reis. Haar man ( mijn opa) was toen ik al klein was gestorven en daarom ging ze vaak met georganiseerde busreizen mee, samen met haar vriendinnen. Ze nam altijd ansichtkaarten voor me mee, die van de Eifeltoren hing jarenlang boven het bureautje op mijn kamer.
Als ik later groot was, zou ik ook gaan reizen!
Een dagje Schiphol en een toeristische opleiding
Geld om te vliegen hadden we niet maar in de herfstvakantie van 1991 gingen we als uitje een dag naar Schiphol. Ik keek mijn ogen uit. Naar alle vrouwen in blauwe pakjes met rolkoffers, naar de vliegtuigen en alle borden met bestemmingen. Nu wist ik het zeker: dat wilde ik ook!
Het was echter pas in 2000 dat ik voor het eerst ging vliegen. Mijn ouders scheidden halverwege de jaren ’90 en ik besloot dat ik bij mijn vader wilde wonen. Dat was destijds een ongebruikelijke keuze, maar mijn moeder verliet ons gezin omdat ze op een andere man verliefd was geworden. Mijn vaders antwoord daarop was dat hij zichzelf wat aan zou doen als zij hem zijn kinderen ook nog eens zou afnemen. Pas nu zie ik in dat dit niet okee was en dat wij een keuze hadden moeten krijgen, maar goed, dat was in de jaren ’90 anders dan nu. Een echte keuze hadden we niet, we bleven bij mijn vader wonen.
Daarbij wil ik nog opmerken dat mijn vader ons altijd het allerbeste heeft gegeven wat kon en dat ik hem daar eeuwig dankbaar voor ben. We waren niet rijk, maar gingen elk jaar op vakantie, ik kon een toeristische opleiding doen en hij had altijd het beste met ons voor en belangrijker, ondersteunde elke beslissing die ik nam in het leven.
Mijn stap naar het toerisme
In 2000 rondde ik mijn toeristische opleiding af en kon ik direct aan de slag bij een traditioneel reisbureau. Alhoewel ik een fijne tijd heb gehad en vooral veel leerde, wist ik al snel dat ik meer wilde dan vakanties naar Spanje en Turkije verkopen. Ik besloot na een jaar mijn baan op te zeggen en te kiezen voor een call centre job die twee keer zo goed verdiende. Ik had in 2001 namelijk mijn eerste verre reis ooit gemaakt (naar Florida om een vriendin op te zoeken die daar stage liep) en had de smaak flink te pakken.
De mensen van mijn generatie herinneren zich wellicht nog dat destijds het backpacken in Australië een enorme vlucht nam. Misschien had ik een tunnelvisie, maar als je destijds ging backpacken, was dat vaak richting Australië. Ik was al sinds jaar en dag fan van series als The Flying Doctors en Heartbreak High en wilde ook naar Australië. Een jaar sparen later had ik genoeg geld om voor een half jaar naar Australië te gaan.
Ondertussen had ik ook mijn toenmalige vriend leren kennen. In 2001 ging hij een half jaar in Finland studeren en alhoewel ik hem enorm miste, gunde ik het hem van harte. Ik zou immers een jaar later zelf op reis naar Australië gaan. Ik weet nog dat een oud-collega van het reisbureau me op het hart drukte écht te gaan. Zij had ooit voor de liefde gekozen, nu was ze een huwelijk, koophuis en twee kids verder en zou die grote reis er nooit meer komen …
Een introductie in het wandelen
In september 2002 was het zover: ik stapte op het vliegtuig naar Australië, met een stopover op Bali. De vriendin met wie ik zou reizen was al in Australië en wachtte op me in Darwin. Twee maanden reisden we rond en in november vloog ik naar Nieuw-Zeeland, waar mijn toenmalige vriend ook naartoe zou komen. Mijn vriendin bleef in Australië en zou ik later weer zien. In Nieuw-Zeeland werd ik herinnerd aan de bergen, de sneeuw, de kristalheldere meren en mijn liefde voor de natuur die ik al als vierjarig meisje had mogen ervaren in Oostenrijk.
Hier maakte ik ook voor het eerst kennis met het ‘hiken’. Alhoewel we niet heel veel wandelden, kwamen we er al wel snel achter dat veel mooie plekken in Nieuw-Zeeland slechts te voet bereikbaar zijn en dat wandelen (oftewel tramping zoals ze het daar noemen) een way of life is.
Eenmaal thuis maakten we die zomer die erop volgde onze eerste meerdaagse trektocht door de Ardennen. Een stuk zwaarder dan ik ooit had durven dromen maar ook zo gaaf … dat smaakte naar meer!
Hike hike baby
In de jaren die volgden maakten mijn vriend en ik talloze mooie reizen, die vaak in het teken van hiken stonden. Zo deden we de W-trek in Patagonië, de Laugavegur op IJsland, de Inca Trail in Peru, de Mount Everest Base Camp Trek en de Overland Track op Tasmanië.
Dit was ook het moment waarop ik besloot dat ik nogmaals op wereldreis wilde. Ik polste bij mijn vriend, maar hij wilde niet. Hoe ik het ook voorstelde, hij zag het niet zitten om voor een langere tijd op reis te gaan. Hij keek vooral naar de praktische kant, dus wat te doen met ons koophuis? En onze pensioenen? En onze banen?
We besloten in 2011 een reis van zes weken te maken naar Nieuw-Zeeland, bij uitzondering kreeg ik dit op mijn werk voor elkaar.
Ik werkte inmiddels bij Askja Reizen, een reisorganisatie gespecialiseerd in natuurreizen. Ik begon als reserveringsmedewerker en groeide uiteindelijk uit tot productmanager Alaska, Argentinië en Chili. Een absolute droombaan! Elk jaar bezocht ik deze bestemmingen, soms meermaals, en ik maakte de meest fantastische reizen. Soms met een collega, soms alleen. Zo reed ik eens in mijn eentje door Alaska met een dikke auto onder m’n bips en ik voelde me toen zo geweldig en vrij. Ik kajakte bij de ijsbergen, ging ijsklimmen, vloog in een Cessna naar de beren en leerde in Chili snowboarden op de flanken van een vulkaan. Life was awesome!
Maar toch …
Maar toch bleef het knagen. Ja, ik had een leuke vriend, een mooi en vooral ruim koophuis in een buitenwijk van Arnhem en een toffe baan. Toch miste ik iets. Was dit het nu? Zou ik dit de rest van mijn leven doen? Huisje, boompje, kantoortje, tot mijn 67e? Alleen bij de gedachte al werd ik steeds verdrietiger.
Het was in de zomer van 2013 dat vriendin Marieke (die je ook hoort in podcast 0) mij vroeg ‘maar als je zou mogen kiezen, wat wil je dan écht’. Mijn antwoord was vrijwel direct ‘ik wil een schrijvende Floortje Dessing worden’. Mijn vriend was op dat moment op IJsland een reis aan het begeleiden, iets wat hij elk jaar deed naast zijn vaste kantoorbaan.
Inmiddels bestond We12travel al een aantal jaar, maar dan gewoon met af en toe een update over mijn vakanties. Het knagen kwam ook voort uit het hebben van maar 5 weken vakantie per jaar. Iets wat voor veel mensen helemaal geen issue was, maar omdat ik elk jaar een verre reis maakte van zo’n 3/4 weken, bleef er weinig tijd over voor andere trips. En dat knaagde.
Ondertussen zat ik elke avond na mijn werk op google en kwam ik er al snel achter dat er dus gewoon mensen waren, vooral internationaal, die geld verdienden met hun reisblog. Mocht je je ooit afvragen waarom We12travel deels in het Engels is, dan is hier je antwoord.
Het onstaan van een échte blog
Mijn vriend kwam terug uit IJsland en ik vertelde hem over mijn plannen om van We12travel een professioneel reisblog te maken. Hij begreep er niet zoveel van dat dat kon, maar hielp me met het technische deel en in het najaar van 2013 ging de eerste ‘profi’ versie van We12travel live.
Ik las me in in wat andere bloggers deden om geld te verdienen en kwam er al snel achter dat een blog opbouwen onwijs veel werk was. Ik had al talloze social kanalen en maakte een plan voor artikelen die er konden komen.
In dat zelfde najaar kwam ik er via Twitter dat er een evenement werd georganiseerd voor Nederlandse reisbloggers in het Westcord Fashion Hotel in Amsterdam. Ik wist helemaal niet dat er andere reisbloggers waren, laat staan zo veel. Ik vroeg of ik welkom was en ontving een uitnodiging, drie dagen later zat ik in de trein naar Amsterdam. Doodnerveus was ik maar eenmaal daar bleek dat de meeste meiden ook lekker normaal waren (met sommigen heb ik zelfs nog steeds contact) en ik voelde me meteen op mijn gemak tussen de andere bloggers.
Die avond werd er een prijs uitgereikt aan het meest originele blog: een reis naar Curaçao. En guess what … ik won die reis! Ik had indertijd al een redelijke focus op natuur en toevallig net een artikel met mooie foto’s van de zonsopkomst bij Mesa Arch online gezet en die was blijkbaar in de smaak gevallen tussen de stedentrips en hotspots. Oftewel ik mocht naar Curaçao. De volgende dag werd ik wakker en stond mijn naam + blog op diverse websites en in magazines vermeld. Ik weet nog dat ik dacht ‘wow, nu gaat het echt beginnen, wie weet word ik wel ooit écht reisblogger.’
Reizen, reizen en nog eens reizen
In de jaren die volgden bouwde ik We12travel uit tot een succesvolle blog met een focus op outdoor, wandelen en natuur. Ik was de eerste in Nederland binnen dit thema. Het was soms lastig om bij pitches uit te leggen wie ik was, ook omdat ik qua grootte niet kon tippen aan de algemenere reisblogs, maar vaak werd de charme er van gezien. Bedenk wel dat in 2014 wandelen en hiken nog lang niet zo hip was onder jongeren als dat nu is. Ik werd regelmatig gezien als ‘die geitenwollensok’ die over ‘buiten zijn’ schreef. Ik bleef stug volhouden en geloven in mijn missie om ‘outdoor een hipper imago te geven onder jongeren.’
Ondertussen regende het aanbiedingen voor persreizen en blogreizen. Wat dit precies is, vertel ik in deel twee van deze drieluik, maar het komt er op neer dat je door een bestemming wordt uitgenodigd om een reportage te maken voor op je site. Ik was destijds compleet onbekend met dit fenomeen, maar werd al snel bijna maandelijks uitgenodigd. Helaas moest ik vanwege mijn kantoorbaan bijna altijd nee zeggen. Zelfs tegen trips naar Jordanië en Zuid-Afrika. Mijn vakanties lagen namelijk al minimaal een half jaar van tevoren vast en een paar dagen vrij was niet zomaar te regelen.
Ik deed vooral veel korte trips in Nederland en soms Duitsland en andere landen in de buurt. Vaak maar een dag of 2/3 want dan kon ik het in een weekend doen met een vrije dag erbij, zodat het me niet teveel vrije dagen zou kosten.
In 2014 maakte ik de meest bizarre twee weken ooit mee. Ik ging 7 dagen naar Noorwegen, sliep een nachtje thuis, vloog naar Curaçao, landde na een week weer op Schiphol en vloog een paar uur later door naar Turijn om een vriendin te bezoeken. Van duurzaam reizen was toentertijd nog geen sprake, helaas
Struggles, struggles
Hoewel mijn leven van de buitenkant geweldig leek (ik reisde al met al toch zo’n 100 dagen per jaar, vakantie en business gecombineerd) was het een complete chaos. Ik werkte 36 uur per week op kantoor, zo’n 25-30 uur per week aan mijn site en daarnaast reisde ik dus nog onwijs veel. Ik sportte 2/3 keer per week, had een enorm sociaal leven en elke week wel een feestje, verjaardag of ander social event. Ik stond elke dag om 6 uur op om nog snel een uurtje achter de laptop te kunnen zitten voor ik naar kantoor moest. Daarnaast was ik altijd aan het werk, sporten, reizen of socializen. Hoe ik dat drie jaar heb volgehouden weet ik niet. Ik kan me er nu in ieder geval niks meer bij voorstellen.
Daarnaast ging mijn relatie ook bergafwaarts. Alhoewel we We12travel samen waren gestart, begon mijn vriend het steeds minder leuk te vinden. Hij mocht af en toe mee op persreis en ging soms zelfs zonder mij, maar vooral het social media gebeuren trok hem niet.
Ondertussen schreef ik een plan voor de toekomst. Ik wist niks van business modellen en een eigen bedrijf starten, maar in 2015 zette ik toch zo’n 4.000 euro om. Daarnaast wisten mensen me te vinden voor af en toe een freelance schrijfklus. In 2016 verdubbelde dat bedrag en wist ik … ik moet hier mijn baan van kunnen maken. Ik maakte een plan, ik wilde nog maximaal 2 jaar in loondienst blijven om dan de sprong naar fulltime blogger en schrijver te maken. In die twee jaar zou ik genoeg sparen om een jaar zonder inkomsten te kunnen overbruggen. Het was, dacht ik, waterdicht.
Helaas dacht mijn vriend daar anders over. Hij vond het maar niks dat ik mijn ‘zekerheid’ wilde opgeven voor een vrij en onzeker bestaan. Met pijn in mijn buik legde ik mijn plan aan de kant, maar het bleef sudderen. Inmiddels leerde ik ook de term ‘digital nomad’ kennen en zag ik mensen om mij heen hun baan opzeggen om op wereldreis te gaan en van hun blog te leven.
Einde relatie, een nieuw begin
In 2016 was het wederom een bizar reisjaar. Ik ging op vakantie in Tasmanië, reisde naar Canada voor Askja, ging naar IJsland in de zomer en naar een beurs in Brazilië met aansluitend een reis door Patagonië opnieuw voor mijn werk. Tijdens de IJsland reis kwam mijn vader ten val door een aanrijding en belandde in het ziekenhuis en daarna in een revalidatiecentrum. Mijn najaar stond in het teken van hem bezoeken in het revalidatiecentrum. Ondertussen wist ik niet meer zo goed hoe ik alle ballen in de lucht moest houden en werd ik steeds ongelukkiger.
Niet veel later besloten mijn vriend en ik gezamenlijk een punt achter onze relatie te zetten na 16 jaar. Omdat we meer als broer en zus waren, omdat we niet dezelfde toekomst meer voor ogen hadden en andere dingen wilden in het leven.
Mijn leven stond op zijn kop. Ineens was ik als 35-jarige weer single en ging ik voor het eerst op mezelf wonen. Al snel vond ik een appartement in een mooie wijk in Arnhem. Ondertussen werd ik voor mijn blog uitgenodigd om met kerst naar Zweden te komen en daar liep ik in een lichte longontsteking op. Van de kou, van de stress, van whatever het was dat ervoor zorgde dat ik plat ging.
Weer opkrabbelen tot het noodlot toesloeg
Inmiddels had ik op mijn werk twee nieuwe bestemmingen aan mijn portfolio toegevoegd: Australië en Nieuw-Zeeland. Ik zou dat voorjaar voor een maand die kant op gaan, oftewel terug naar mijn geliefde Nieuw-Zeeland. Ik kon mijn geluk niet op.
Tot mijn broertje me belde dat mijn vader met ademhalingsklachten werd opgenomen in het ziekenhuis. Na talloze onderzoeken werden we verzocht op gesprek te komen. Hij zou niet meer beter worden en had nog slechts een jaar te leven. Mijn vader besloot niet meer geopereerd te willen worden aan zijn hartklep en naar een verpleegtehuis te willen.
Terwijl we gingen zoeken naar een geschikte plek zo dicht mogelijk bij zijn woonplaats, ging het steeds wat slechter. Maar soms ook weer beter.
Tot ik op een avond laat gebeld werd door een onbekend nummer. Ik voelde meteen dat er iets aan de hand was. Toen de beller zei ‘u spreek met het ziekenhuis, ik heb heel vervelend nieuws voor u’ wist ik het direct. Hij was dood.
Geschreeuwd heb ik … van onmacht en van het feit dat ik geen afscheid heb kunnen nemen. Omdat hij er zomaar tussenuit gepiept was en ik hem nooit echt had verteld hoe enorm ik het waardeerde dat hij me altijd op mijn avonturen had laten gaan. Ook al was dat met kerst of op zijn verjaardag. Ik ging naar het ziekenhuis voor een laatste afscheid. Hij lag er vredig bij, met zijn zakdoek tussen zijn handen ingeklemd. Alsof hij had besloten dat het genoeg was. Dat het goed was zo en dat het tijd was om te gaan.
En dan een laatste bom
Rouwen kost tijd en pijn. Ik dacht altijd ‘ach, mijn vader is al oud dus ik weet dat hij misschien niet lang meer heeft, dus misschien doet het dan minder pijn’ maar niets is minder waar. Toch wist ik mezelf door de eerste weken heen te slepen. Ik begon zelfs weer plannen te maken voor nieuwe reizen. Ik boekte voor die zomer een vliegticket naar Seattle en voor dat najaar een ticket naar Nepal. Ik was nu alleen, maar dat zou me er niet van weerhouden nog steeds op reis te gaan. Net voor zijn overlijden had mijn vader me wat geld gegeven en ik besloot daarvan op reis te gaan. Zo zou hij het gewild hebben.
Slechts enkele weken na het overlijden van mijn vader kreeg ik een telefoontje van mijn huisbaas. Ze zegde het contract op, oftewel ik zou over drie maanden geen plek meer hebben om te wonen. Dat was het moment dat ik opnieuw instortte. Ik had eindelijk een eigen plekje gecreëerd na maanden van me nergens thuis voelen, ik voelde me er fijn. Maar toch mocht ik er niet blijven, want ze wilde er zelf gaan wonen met haar partner.
Ik kreeg het telefoontje terwijl ik op mijn werk zat en weet nog dat ik huilend de afdeling terug op liep na het gesprek. Ik was letterlijk ten einde raad.
Twee dagen later ging ik uit eten met mijn inmiddels ex-vriend. We waren nog steeds bevriend en tijdens het eten zei ie ineens ‘waarom zeg je dan je baan niet op en ga je die wereldreis maken die je altijd wilde maken. Dit is hét moment.’ Ik begon weer te huilen. Zou dit dan mijn moment zijn? Het moment waar ik al jaren naartoe leefde, maar waarvan ik dacht dat het er niet zou komen.
Een slapeloze nacht volgde maar ik wist het zeker. De maandag erop zou ik mijn baan opzeggen. Twee dagen daarna ontmoette ik mijn huidige vriend. Hoe dat verliep, lees je in mijn volgende blog.
PS Wat ik nog even duidelijk wil maken is dat ik mijn ex-vriend nooit en geen enkel verwijt heb gemaakt dat hij niet mee wilde in mijn wensen. We hebben nadat we uit elkaar waren een goed gesprek gehad, waarin hij vroeg ‘heb je het mij ooit kwalijk genomen, dat ik je heb tegen gehouden’ en mijn antwoord was ‘nee, want ik heb ervoor gekozen me tegen te laten houden, ik heb er zelf voor gekozen om niet eerder de relatie te beëindigen’. We zijn nog steeds goede vrienden en respecteren elkaars keuzes ten volste.
Deel twee van de drieluik is inmiddels ook verschenen. Deze vind je hier.
Wauw, wat een heftig eerste deel! Sommige dingen klinken zo herkenbaar, alsof je net als ik jarenlang overspannen bent doorgekacheld, tot het écht niet meer kon, zonder de tijd te nemen om te herstellen… Benieuwd naar deel 2!